Brainfog (of ‘Hersenmist’) is een veelvoorkomend symptoom van ME/cvs dat het leven beperkt.
Brainfog is de term die wordt gebruikt om een reeks cognitieve problemen te beschrijven, waaronder (in de nieuwe NICE-richtlijn):
- problemen met het vinden van woorden of cijfers
- moeite met spreken
- vertraagd reactievermogen
- problemen met het kortetermijngeheugen
- moeite met concentreren
- moeite met multitasken
Om uit te zoeken wat er mis gaat in de hersenen, zodat het deze problemen veroorzaakt, moeten we precies begrijpen wat we bedoelen met cognitief functioneren en hoe dit in z’n werk gaat.
In deze serie van twee artikelen onderzoekt dr. Eleanor Roberts juist die vragen, waaronder de vraag welke hersengebieden betrokken zijn bij het cognitief functioneren, hoe informatie tussen die gebieden onderling wordt overgedragen en (in deel 2) onderzoek naar cognitieve disfunctie bij ME/cvs.
Cognitie omvat alle verwerkingsprocessen in de hersenen die betrokken zijn bij ons begrijpen van
- gedachten
- processen
- ervaringen
- zintuigen
- verwerven van kennis
Eén belangrijk facet van cognitie, en hetgeen waar wij ons hier op concentreren, is het executief functioneren.
Executief functioneren
Executief functioneren omvat verschillende onderdelen:
- Aandacht/doelgericht gedrag – focussen op wat je doet en wat er om je heen gebeurt.
- Zelfcontrole: je gedachten en gedrag controleren om je doel te bereiken.
- Cognitieve flexibiliteit: de mogelijkheid om de manier waarop informatie wordt verwerkt, af te stemmen op wat er op dat moment gebeurt.
- Werkgeheugen: informatie vasthouden die onmiddellijk wordt gebruikt om andere cognitieve functies te ondersteunen, zoals aandacht, leren, redeneren en probleemoplossing.
- Initiatie – mogelijkheid om een taak te starten zonder te vragen.
- Interferentiecontrole: filtering van irrelevante factoren, zowel intern als extern, die een taak kunnen verstoren
- Planning/probleemoplossing – vermogen om je gedachten logisch te ordenen en een doel te stellen met behulp van bekende en binnenkomende informatie; dit kan ook selectieve aandacht, cognitieve flexibiliteit, werkgeheugen en initiatie vereisen.
- Sensorische integratie – coördinatie van interne en externe taken en gedachten met boodschappen die door de zintuigen worden ontvangen.
- Emotionele regulatie – emotioneel adequaat reageren op huidige omstandigheden.
Het onderstaande diagram toont de verschillende hersengebieden, inclusief die gebieden die de uitvoerende functie controleren en coördineren:
- de dorsolaterale prefrontale cortex (dlPFC)
- de laterale orbitofrontale cortex (lOFC) en
- de anterior cingulate cortex (ACC),
die allemaal deel uitmaken van van de frontale cortex.
Aandacht/doelgericht gedrag wordt bijvoorbeeld gecontroleerd door de ACC, terwijl zelfcontrole wordt gecontroleerd door zowel de dIPFC als ACC, en initiatie door de IOFC.
Deze drie gebieden kunnen niet alleen elkaar beïnvloeden en zich met elkaar verbinden, maar ook met andere gebieden in de hersenen, zoals in het diagram hieronder wordt geïllustreerd.
Zo kunnen signalen die ‘naar beneden’ naar de caudate en thalamus worden gestuurd, worden gekoppeld aan signalen die uit de ‘lagere’ delen van de hersenen komen, zoals het cerebellum en de hersenstam. Dit is belangrijk voor het begrijpen van cognitie, aangezien deze frontaalkwabgebieden bij iemand misschien structureel en functioneel gezond lijken te zijn, maar kunnen worden beïnvloed door problemen in andere delen van de hersenen. Dit zou om die reden een impact kunnen hebben op de uitvoerende functie.
Een essentieel onderdeel van het cognitief functioneren buiten de cortex is de thalamus. Deze verwerkt informatie van de zintuigen en geeft deze door aan de cortex. De thalamus ontvangt ook informatie van de cortex, die het kan verwerken en door de hele hersenen kan sturen. Onder de thalamus bevindt zich de hypothalamus, die een vitale schakel vormt tussen de hersenen en het lichaam doordat het helpt de lichaamstemperatuur, bloeddruk en calorie-inname op peil te houden, deels door het vrijkomen van een scala aan hormonen.
De thalamus heeft ook verbindingen met het cerebellum, waarvan de belangrijkste functie het coördineren van de motoriek is, en speelt ook een rol in cognitieve functies zoals aandacht en taal. De hersenstam is van vitaal belang om het bewustzijn te behouden en om basisfuncties zoals hartslag en ademhaling te regelen. Hoewel de thalamus niet direct betrokken is bij het executief functioneren, betekenen de verbindingen met andere gebieden (vooral de thalamus) dat schade hier nog steeds de cognitie kan beïnvloeden.
Neuronen
De hersenen bestaan uit een aantal verschillende soorten cellen, maar de meeste mensen denken aan neuronen als ze het hebben over ‘hersencellen’. Het onderstaande diagram laat zien dat neuronen bestaan uit:
- een centraal lichaam;
- een buisachtige uitloper, een axon genaamd, die signalen verzendt;
- en takken genaamd dendrieten en neurieten, die signalen ontvangen.
Het lichaam van het neuron bevindt zich in een bepaalde structuur, zoals de hersenschors, die bekend staat als grijze stof. De axonen die van het ene hersengebied naar het andere gaan, zijn bedekt met een vettig omhulsel dat bekend staat als myeline (denk aan het plastic rond elektrische draad), wat eigenlijk de verlenging is van een ander celtype, een oligodendriet genoemd die om het axon heen gewikkeld is. Vanwege de lichte kleur van dit omhulsel staat het bekend als witte stof.
Berichten binnen hersengebieden en tussen hersengebieden onderling worden van het ene neuron naar het andere doorgegeven via een soort chemische stof die een neurotransmitter wordt genoemd en die in pakketjes aan de uiteinden van axonen wordt vastgehouden.
Een bericht dat wordt gegenereerd in het centrale deel van het neuron, dat afkomstig kan zijn van dat neuron of een vertaling kan zijn van een bericht dat is ‘opgepikt’ door een dendriet van een ander neuron, wordt via een reeks chemische uitwisselingen door het axon doorgegeven. Hierdoor komt er een neurotransmitter vrij aan het uiteinde van het axon (terminal) om de boodschap naar neuronen in de directe omgeving te sturen.
Sommige berichten worden alleen plaatselijk doorgegeven (waarbij axonen zich gedragen als B-wegen in een stad), terwijl andere naar verschillende hersengebieden reizen langs het axonale equivalent van snelwegen in bundels of stelsels van enkele duizenden axonen.
Veel circuits met een executieve functie hebben betrekking op een prikkelende neurotransmitter, glutamaat genaamd, die voornamelijk uit glucose wordt gemaakt door een ander type hersencel die bekend staat als astrocyten. Andere neurotransmitters die betrokken zijn bij cognitie zijn noradrenaline (ook bekend als norepinefrine), dopamine en acetylcholine (die worden gemaakt in hersenstamneuronen die verbinding maken met andere hersengebieden) en histamine.
Conclusie
Cognitief functioneren omvat daarom een ingewikkelde interactie tussen verschillende hersengebieden en neurotransmitters. Hierdoor is de brainfog van ME/cvs bijna onmogelijk vast te pinnen op een probleem in slechts één specifiek gebied van de hersenen.
In deel 2 van dit artikel kijkt Eleanor naar enkele van de onderzoeken die hebben geprobeerd onze kennis van cognitieve disfunctie bij ME/cvs te verbeteren.
Verder lezen
Een uitgebreid overzicht van de hersenen en de cognitieve functie is te vinden in deze drie artikelen van Jiawei Zhang van de Cornell University:
- Basis neurale eenheden van de hersenen: neuronen, synapsen en actiepotentieel
- Geheimen van de hersenen: een inleiding tot de anatomische structuur en biologische functie van de hersenen
- Cognitieve functies van de hersenen: perceptie, aandacht en geheugen
Bron: https://www.meresearch.org.uk/brain-fog-1/
Een artikel van ME Research UK, 5 November 2021
Geschreven door Dr. Eleanor Roberts
Vertaling ME/cvs Vereniging