terug naar overzicht

Relatie tussen hartfunctie en hersendoorbloeding is anders bij ME/cvs

20 december 2024

Ook wanneer de hartslag en bloeddruk tijdens een kanteltafeltest normaal zijn, is er een afwijkende relatie tussen hartfunctie en hersendoorbloeding bij de meeste ME/cvs patiënten. Dr. van Campen, dr. Verheugt, dr. Rowe en dr. Visser deden hier onderzoek naar en we delen hieronder de uitkomsten van dat onderzoek.

Veel mensen met ME/cvs (Myalgische Encefalomyelitis/ chronisch vermoeidheidssyndroom) hebben last van orthostatische intolerantie, dat veroorzaakt wordt doordat er te weinig bloed naar de hersenen stroomt. Daardoor ervaren patiënten klachten wanneer ze rechtop zitten of staan. Duizeligheid, misselijkheid en cognitieve klachten zijn enkele voorbeelden van symptomen van orthostatische intolerantie.

Bij gezonde mensen wordt de bloedstroom naar de hersenen op een complexe manier geregeld. Daarbij speelt de hoeveelheid bloed die het hart rond kan pompen (de ‘Cardiac Output’, CO) een belangrijke rol. Dat voorspelt hoeveel bloed naar het brein kan stromen. De hartfunctie en de hersendoorbloeding zijn dus aan elkaar gerelateerd.

Uit onderzoek blijkt dat, bij gezonde mensen, een afname van de CO met 30% leidt tot een afname van de bloedstroom naar de hersenen (de ‘Cerebrale BloodFlow’, CBF) met 10%. Als het hart dus 30% minder bloed kan wegpompen, dan komt er vervolgens 10% minder bloed in het brein terecht. Dit is de relatie die is gevonden tussen hartfunctie en hersendoorbloeding.

In eerdere studies zagen we dat bij ME/cvs-patiënten zowel de CO als de CBF sterk daalt tijdens rechtop staan. De verhouding tussen de CO en de CBF leek anders dan bij gezonde mensen.

In dit onderzoek wilden we kijken hoe de CO en de CBF dan precies met elkaar samenhangen en of dit anders is bij ME/cvs-patiënten in vergelijking met gezonde mensen.

Methode onderzoek hartfunctie en hersendoorbloeding

We hebben gegevens van veel ME/cvs-patiënten verzameld en vergeleken met die van gezonde mensen. We keken specifiek naar patiënten waarvan de hartslag (HR) en bloeddruk (BP) normaal reageerden tijdens het rechtop staan.

In totaal deden 534 ME/cvs-patiënten en 49 gezonde mensen mee aan kanteltesten, waarbij we de HR, BP, CBF, CO en het koolstofdioxidegehalte in de adem (end-tidal PCO2) hebben gemeten.

De bloedstroom in de hersenen en de bloedstroom in de aorta (grote lichaamsslagader) werden gemeten met een speciale Doppler-echografie. Het koolstofdioxidegehalte in de adem werd gemeten met een apart apparaat.

Resultaten

  • Van de ME/cvs-patiënten hadden 46 (9%) normale CO- en CBF-waarden, vergelijkbaar met gezonde mensen.
  • Bij 488 ME/cvs patiënten (91%) waren de CO en de CBF duidelijk lager dan normaal.

Bij de tweede groep zagen we dat als de CO afnam, de CBF bijna in dezelfde mate afnam. Dat is dus anders dan dan bij andere onderzoeken waarbij werd gezien dat 30% afname van de CO leidde tot 10% afname van de CBF.

Een verdere analyse liet zien dat de CO-afname de belangrijkste reden was voor de afname van de CBF, terwijl veranderingen in het koolstofdioxidegehalte minder invloed hadden. Er was dus geen verband tussen het koolstofdioxidegehalte en de afname van de CBF. Maar er was wel een relatie tussen de afname van de CO en de afname van de CBF.

hartfunctie en hersendoorbloeding

Conclusie

We hebben twee groepen ME/cvs-patiënten, waarbij de HR en BP normaal reageren op rechtop staan, geïdentificeerd:

  • 9% had normale CO- en CBF- waarden
  • 91% had lagere waarden

Belangrijk inzicht was dat bij de laatste groep relatie tussen de CO en de CBF bijna 1 op 1 lijkt te zijn en dat kan erop wijzen dat de bloedvaten in de hersenen zich niet goed aanpassen.

Dit kan betekenen dat de bloedvaten niet goed functioneren (mogelijk door problemen met het endotheel, de binnenwand van de vaten). Dit probleem kan belangrijk zijn voor het beter begrijpen en behandelen van ME/cvs beter.

De gehele Engelstalige studie lees je hier.