Interview met Dr. Marjan Versnel
12 maart 2024
Immunestratify
Immunestratify is één van de zes onderzoeksprojecten van NMCB die in deze eerste ronde zijn gesubsidieerd door ZonMw.
We spreken met Marjan Versnel die werkzaam is bij de afdeling Immunologie van het Erasmus MC en leiding geeft aan dit project.
1. Kun je iets vertellen over je achtergrond?
Van oorsprong ben ik bioloog. Ik ben al lange tijd werkzaam op het gebied van de immunologie.
Mijn werk is gericht op systemische auto-immuunziekten. Moeheid is onderdeel van meerdere auto-immuunziekten. Daardoor ben ik in de loop van de jaren geïnteresseerd geraakt in moeheid die zich bij die ziekten kan voordoen.
Een voorbeeld daarvan is de ziekte Sjögren. Een gedeelte van de patiënten met die ziekte hebben ernstige moeheid en brainfog.
In het bloed van mensen met Sjögren hebben we de ontstekingsstof Interferon gevonden. Onze veronderstelling was dat die een rol zou spelen bij de vermoeidheid.
We hebben vervolgens vermoeidheidsvragenlijsten afgenomen en de resultaten vergeleken met de aanwezigheid van de interferon handtekening.
Maar de samenhang die wij verwacht hadden, bleek er niet te zijn. Door dat onderzoek raakte ik gemotiveerd om de biologische basis van de moeheid verder te onderzoeken en hebben we een set moleculen gevonden in het bloed die verhoogd zijn bij vermoeide mensen met Sjögren.
Er wordt nauwelijks onderzoek naar moeheid gedaan, maar het is wel een groot probleem dat bij meerdere ziektes voorkomt.
2. Hoe is Wim Dik bij het onderzoek betrokken?
Wim is medisch immunoloog en geeft leiding aan een diagnostiek eenheid binnen het laboratorium medische immunologie, dat onderdeel uitmaakt van de afdeling Immunologie.
In een eerdere samenwerking bij de ziekte Sjögren hebben we een immuunhandtekening gevonden. Het gaat om een ontstekingsstof die verhoogd is bij systemische auto-immuunziekten.
De in de research gevonden interferon handtekening heeft Wim aangepast voor de diagnostiek. De test wordt ongeveer 250-300 keer per jaar door artsen uit het hele land aangevraagd.
Mensen met ME/CVS vormen een heel uiteenlopende groep met verschillende onderliggende ziektepatronen.
Interferon zou ook een rol kunnen spelen bij ME/CVS. Misschien heeft een groep ME/CVS patiënten ook zo’n handtekening.
In immunestratify gaan we handtekeningen testen van ziekten waar moeheid een rol speelt. We verwachten zo een onderverdeling in subgroepen te kunnen maken.
Als je die groepen hebt kun je je ook voorstellen dat er een behandeling aan gekoppeld kan worden op basis van de immunologische afwijkingen in die groep.
We testen een aantal immuunhandtekeningen waaronder ook de interferon handtekening. We voeren verschillende experimentele procedures uit: op de cellen, op het serum (het vocht in het bloed).
3. Wat is je binding met ME/CVS?
Ik heb geen mensen in de omgeving die lijden aan ME/CVS. Mijn belangstelling is gewekt door overeenkomsten met andere ziekten.
4. Hoe ben je betrokken geraakt bij of wat heeft je interesse gewekt voor biomedisch onderzoek naar ME/CVS
Toen ik de oproep van ZonMw zag voor biomedisch onderzoek naar ME/CVS, was ik ook daarin geïnteresseerd.
Via een collega, Hemmo Drexhage, was ik daar attent op gemaakt. Ik ben toen naar een informatiebijeenkomst van ZonMw in Utrecht geweest. Dat heeft geleid tot het schrijven van een aanvraag.
5. Wat voor beeld heb jij van ME/CVS? Heeft het traject tot nu toe invloed gehad op je inzichten?
Mijn beeld werd bepaald door de verhalen over moeheid bij mensen met Sjögren.
Ik heb via de patiënten begrepen hoe ernstig deze ziekte is, hoe ingrijpend. Dat is heel indrukwekkend. Het is nauwelijks voor te stellen wat voor invloed de ziekte heeft.
Dat geef ik ook door aan de mensen in mijn groep; aan collega’s en studenten.
6. Wat houdt jouw onderzoek in? Waar richt het zich op?
Niet alle ME/CVS patiënten zijn hetzelfde. Met behulp van al bestaande immuunhandtekeningen willen we onderzoeken of ME/CVS patiënten in subgroepen kunnen worden ingedeeld.
De tweede poot in het project is onderzoek naar het mechanisme van “trained immunity”. Dat is een overgevoeligheid die in de immuuncellen is ontwikkeld. Daardoor reageer je veel sterker op prikkels.
Dat staat los van de handtekeningen. Het onderzoeken gaat plaats vinden in celkweken. Een model waarbij je lichaamsmateriaal van patiënten test op overgevoeligheid.
7. Hoe heb je de doelgroep bepaald? Hoe ga je hun gegevens koppelen aan je bevindingen?
We hebben zoveel mogelijk gegevens van patiënten nodig. Een bioinformaticus gaat daarmee aan de slag.
Is er bijvoorbeeld een relatie met postexcertionele malaise (PEM)? Wat geven de moeheidslijsten aan? Is er een koppeling te maken met andere klinische gegevens?
We zijn ook van plan een relatie te leggen met de bevindingen van andere projecten. Bijvoorbeeld het onderzoeksproject van Jeroen den Dunnen (AutonoME).
8. Kunnen ook huis- en bedgebonden patiënten deelnemen aan jouw onderzoek?
Dat kan zeker. We krijgen patiënten via de biobank van NMCB. Die hebben het voornemen om patiënten aan huis te bezoeken voor afname van lichaamsmateriaal.
9. Wat is de stand van zaken van jouw onderzoek?
We hebben een promovendus aangesteld. Die is nu al de testen voor de celkweken aan het opzetten. Dat verloopt goed. Voor het lichaamsmateriaal en de patiëntgegevens moeten we wachten op de biobank van NMCB.
10. Wat is de gewenste opbrengst van je onderzoek? Wat zijn de doelen, wat is het belang daarvan voor de patiënten?
We hopen immuunhandtekeningen te vinden bij de patiënten waardoor we de patiënten in subgroepen kunnen verdelen.
Dat geeft dan hopelijk mogelijkheden voor het stellen van de diagnose. Ook geeft het hopelijk aanknopingspunten voor behandeling.
Als we een overgevoeligheid in de immuuncellen vinden, kan dat ook mogelijkheden bieden voor nieuwe behandelingen.
11. Op welke manier zijn patiëntvertegenwoordigers betrokken? In welke fasen hebben zij een rol? Welke rol is dat?
Er waren al patiëntpartners betrokken bij het schrijven van de subsidieaanvraag. Nu nemen 7 patiënt vertegenwoordigers deel aan de researchpartners groep. Begin maart hebben we de eerste vergadering via internet gehad.
Zij zijn nu vooral toehoorder. Als we verder zijn met het project, hebben ze een veel actievere rol. Dan kunnen ze informatie uit het project verspreiden. Ook kunnen zij als adviseurs meedenken bij de keuze welke patiëntgroepen getest worden.
12. Hoe gaan jullie ermee om als patiënten aangeven dat ze wel aan een bepaald onderzoek willen deelnemen maar dat hun gegevens of lichaamsmaterialen verder niet mogen worden gedeeld?
Dat gaat via de biobank.
13. Wat zou je verder willen toevoegen?
De kracht van ons project is de relatie tussen research en diagnostiek. Een diagnostische test is belangrijk.
Het invoeren van zo’n test is een proces dat moet voldoen aan strenge regelgeving. Het fijne van de samenwerking met Wim Dik is dat we al eerder een diagnostische test hebben ontwikkeld. Een test moet redelijk eenvoudig uit te voeren en betaalbaar zijn.
Dit interview werd eerder gepubliceerd in de NMCB Special Lees ME 49 van juni 2024.
Meer over Immunestratify op de NMCB website
Meer over Immunestratify op de ZonMw website
Meer over de invloed van inspanning op het immuunsysteem bij ME/cvs