Wetenschappers zijn op zoek naar een mogelijke biomarker voor ME/cvs, zodat de diagnose snel kan worden gesteld en er ook snel een passende behandeling kan worden gestart.
Onderzoek naar biomarker ME/cvs
Onderzoekers uit Warschau, Berlijn en Londen deden onderzoek naar de mogelijkheid om antilichamen tegen het Epstein-Barr virus te gebruiken om te helpen als biomarker bij het stellen van de diagnose ME/cvs. De studie werd mede gefinancierd door ME Research UK.
Infectie en antilichamen
Wanneer je lichaam een infectie door virussen of bacteriën waarneemt (antigeen), wordt er een reactie op gang gebracht om dat virus te bestrijden. Je afweersysteem maakt dan antilichamen aan die speciaal zijn samengesteld om dat virus of die infectie te bestrijden.
De antilichamen zijn een groep eiwitten en worden ook wel immunoglobulines genoemd. Wanneer je lichaam later opnieuw eenzelfde virus herkent, kunnen er meteen weer de juiste passende antilichamen worden aangemaakt.
In bloedmonsters kun je aan de antilichamen herkennen van welke infectie er sprake is, of deze viraal is of bacterieel en of deze recent is.
Epstein-Barr virus (EBV) en ME/cvs
EBV, het Eppstein-Barr virus, humaan herpesvirus, is het virus dat o.a. de ziekte van Pfeiffer (mononucleose of klierkoorts) veroorzaakt. De meeste volwassenen (90%) zijn op een bepaald moment in hun leven in aanraking geweest met EBV en testen positief op antigenen er tegen. Het hoeft niet zo te zijn dat je er ook ziek van bent geweest of dat je symptomen hebt gehad. In de meeste gevallen is je afweersysteem in staat om het virus te bestrijden. EBV blijft inactief aanwezig in je lichaam, in de geheugen B-cellen, en wordt daar onder controle gehouden door reacties van T-cellen.
EBV kan echter reactiveren wanneer je weerstand vermindert. Dit is ook aangetoond bij Covid-19: EBV kan reactiveren tijdens het doormaken van Covid-19 en is een risicofactor voor het ontwikkelen van het Post Covid Syndroom of Long Covid.
Het virus kan verschillende ziekten veroorzaken (waaronder auto-immuunziekten, myasthenia gravis, ME, SLE). Mensen met ME/cvs blijken vaak actieve EBV-infecties of antilichamen tegen EBV te hebben. Ook melden zij regelmatig dat ME/cvs zich ontwikkelde na een EBV-infectie. Er is veel onderzoek gedaan naar de rol van EBV bij het ontwikkelen van ME/cvs. EBV is een risicofactor voor het activeren van genen die verband houden met autoimmuunziekten.
EBV-antilichamen mogelijke biomarker voor ME/cvs?
De vraag die onderzoekers zich stelden was of deze specifieke EBV-antilichamen ook kunnen dienen als biomarker om te helpen bij het stellen van de diagnose ME/cvs.
Dr. Sepúlveda maakte gebruik van eerdere onderzoeksgegevens van dr. Scheibenbogen. Hij onderzocht ruim 3000 verschillende antilichamen die verband houden met EBV. Er werden bloedmonsters onderzocht van 92 patiënten met ME/cvs en 50 gezonde controle proefpersonen. Hij verdeelde de ME/cvs patiënten in meerdere subgroepen om te kijken of er verschillen tussen patiënten onderling konden worden vastgesteld.
Resultaten
- Geen verschillen gevonden in reacties van antilichamen tussen bloedmonsters van ME/cvs patiënten en gezonde controlepersonen.
- Geen verschillen tussen ME/cvs patiënten onderling (groep met acute EBV infectie als uitlokkende factor voor hun ziekte of groep met onbekende uitlokkende factor).
- Wèl verschillen tussen ME/cvs patiënten met acute EBV-infectie als begin van hun ziekte en gezonde proefpersonen: Een veel sterkere reactie van het immuunsysteem op EBV (meer antilichamen aanwezig).
Deze resultaten kunnen goed helpen bij de diagnose van ME/cvs bij patiënten bij wie de ziekte begon na een infectie, met name bij EBV. Verder onderzoek is nodig.
De onderzoekers willen deze resultaten bevestigen door deze te vergelijken met andere groepen patiënten van de Britse ME/cvs biobank. Mogelijk kan door middel van deze EBV antigenen ook worden onderbouwd dat het reactiveren van EBV een rol speelt bij het ontwikkelen van ME/cvs.
Samenvatting ME/cvs Vereniging