Symptomen die de spieren aantasten zijn een van de belangrijkste kenmerken van ME/cvs. Spierpijn, zwakte en vermoeidheid veroorzaken aanzienlijk lijden en kunnen de dagelijkse activiteiten en levenskwaliteit van mensen ernstig beperken.
Bovendien kunnen deze en andere symptomen verergeren of terugkomen na zelfs maar een lichte fysieke inspanning – een cruciaal kenmerk van ME/cvs dat bekend staat als post-exertionele malaise (PEM), die dagen of weken kan aanhouden.
Er is heel weinig bekend over de oorzaken van spierafwijkingen en PEM bij ME/cvs, maar dr. Rob Wüst en collega’s van de Vrije Universiteit Amsterdam in Nederland denken dat ze misschien een aanknopingspunt hebben.
Er is veel gesproken over de overeenkomsten in symptomen tussen ME/cvs en long COVID – de chronische aandoening die sommige patiënten ontwikkelen na besmetting met COVID-19 – en of er een verband zou kunnen zijn tussen de twee.
Dr. Wüst’s eigen onderzoek in een cohort van patiënten met long COVID bracht een aantal afwijkingen in de spierfunctie na inspanning aan het licht, evenals een toename in de ophoping van microscopische bloedstolsels (microklonters) in het spierweefsel. (Lees meer over het onderzoek van Dr. Wüst naar long COVID in deze presentatie op de UniteToFight2024 conferentie).
De dichtheid van deze microklonters was hoger in spiermonsters van mensen met long COVID dan in die van gezonde controlepersonen en nam toe na een trainingssessie om PEM op te wekken.
Deze bevindingen leveren dus enig bewijs voor een verband tussen lichaamsbeweging, lokale ophoping van microklonters en activering van immuuncellen bij mensen met long COVID. Maar zou er een vergelijkbaar beeld kunnen zijn bij mensen met ME/cvs? Dat is de vraag die Dr. Wüst en collega’s in deze nieuwe studie willen beantwoorden.
Doelstellingen
De onderzoekers willen biopten van de skeletspieren en bloedmonsters verzamelen, voor en na het opwekken van PEM, van 25 mensen die voldoen aan de Canadese Consensus Criteria voor ME/cvs. Veel van deze monsters zijn al verkregen. Er worden ook monsters verzameld van patiënten met long COVID en gezonde controlepersonen.
Immunofluorescentietechnieken zullen worden gebruikt om de locatie van microklonters in de spier en in bloedmonsters te bepalen en deze te vergelijken met de aanwezigheid van klinische symptomen.
Elektronenmicroscopie zal ook worden uitgevoerd om de structuur van de haarvaten (microscopische bloedvaten) en mitochondriën (verantwoordelijk voor de energieproductie in cellen) in de skeletspiervezels te beoordelen.
Een derde doel is om te zoeken naar markers in het bloed die wijzen op stress in het spierweefsel en om te bepalen of deze overeenkomen met afwijkingen in de structuur van het spierweefsel.
Mogelijke voordelen
Het begrijpen van de klinische gevolgen van PEM is niet mogelijk zonder een beter begrip van de betrokken pathologische mechanismen. De onderzoekers verwachten dat hun bevindingen hierbij zullen helpen.
De resultaten zullen worden opgenomen in de nieuw ontwikkelde Nederlandse ME/cvs Biobank en Cohort, en kunnen de weg vrijmaken voor een nieuwe therapie die, als deze gebaseerd is op gevestigde behandelingen, relatief snel zou kunnen worden toegepast.
Bron: https://www.meresearch.org.uk/research/wust-068/
Vertaling: ME/cvs Vereniging