terug naar overzicht

Verschillende reacties bij POTS tijdens kanteltest

18 december 2024

Er zijn twee verschillende hemodynamische reacties gezien bij ME/cvs-patiënten met Posturaal Orthostatisch TachycardieSyndroom (POTS) tijdens kanteltafeltesten. Deze reacties bij POTS zijn bestudeerd. Een nieuwe studie hierover is gepubliceerd. We plaatsen daarom een vertaalde samenvatting van deze studie van dr. van Campen, dr. Rowe en prof. dr. Visser.

Een nieuwe studie van dr. van Campen, dr. Rowe en prof.dr. Visser.

Inleiding

De diagnose van het posturale orthostatische tachycardiesyndroom (POTS) wordt gesteld op basis van hartslag en bloeddruk. Maar we begrijpen nog niet precies hoe POTS ontstaat, omdat er meerdere oorzaken mogelijk zijn.

De functie van het hart is niet voldoende onderzocht. Het functioneren van het hart is afhankelijk van hoeveel bloed er naar het hart stroomt (preload), hoeveel weerstand het hart moet overwinnen (afterload), hoe krachtig het hart samenknijpt (samentrekbaarheid) en de hartslag zelf.

Afterload speelt een kleine rol bij POTS omdat een normale bloeddruk vereist is voor de diagnose. Dit is daarom niet onderzocht.

Veranderingen in preload en samentrekbaarheid kunnen worden afgeleid uit hoe de slagvolume-index (SVI) verandert tijdens een kanteltest. De SVI is het bloedvolume dat per hartslag wordt gepompt. Door de SVI te meten kan iets gezegd worden over de preload en samentrekbaarheid.

Daarom hebben we, om de reacties bij POTS zichtbaar te maken, gekeken naar de relatie tussen hartslag en slagvolume-index tijdens een kanteltest bij ‘patiënten met Myalgische Encefalomyelitis (ME/cvs) met POTS’. We vergeleken deze resultaten met ‘ME/cvs-patiënten zonder afwijkende hartslag-bloeddruk-respons’ en met ‘gezonde mensen’.

Methoden onderzoek reacties bij POTS

We onderzochten 233 ME/cvs-patiënten met POTS, 507 ME/cvs-patiënten zonder afwijkende hartslag-bloeddruk-respons en 48 gezonde mensen. Bij hen maten we de SVI (met een echo bij de borstkas), hartslag en bloeddruk tijdens een kanteltest.

Resultaten

Bij alle ME/cvs-patiënten nam de SVI meer af dan bij de gezonde mensen. Maar er werden wel twee verschillende reacties bij POTS gezien.

  • Bij ME/cvs patiënten zonder afwijkende hartslag-bloeddruk-respons en bij ME/cvs patiënten met POTS – met een stijging van de hartslag met 30-39 slagen per minuut – was er een omgekeerd verband tussen de stijging van hartslag en de afname van SVI tijdens de kanteltest. Dit wijst op meer ophoping van bloed in de aderen (veneuze pooling).
  • Bij ME/cvs patiënten met POTS – met een stijging van de hartslag van 40 slagen per minuut of meer – verdween dit verband. De veranderingen in SVI waren ook kleiner dan bij patiënten met een stijging van 30-39 slagen per minuut. Dit duidt op een overactieve respons van het zenuwstelsel (hyperadrenerge respons).

Conclusies

Bij ME/cvs-patiënten met POTS zijn er twee verschillende patronen te zien:

  1. Bij patiënten met een beperkte stijging van de hartslag is er vooral sprake van veneuze pooling.
  2. Bij patiënten met een grotere stijging van de hartslag (40 slagen per minuut of meer) lijkt er sprake te zijn van een overactieve reactie van het zenuwstelsel.

Deze twee profielen kunnen leiden tot verschillende behandelstrategieën.

De gehele Engelstalige studie lees je hier